Tagarchief: Poëzie

Jacques Brel

Herman van Veen schreef op een van zijn platenhoezen: “Wie denkt dat Brel dood is, is niet goed bij zijn bewustzijn!”
Als je goed om je heen kijkt in de muziekwereld, kun je niet anders dan deze woorden van Van Veen beamen. Wende Snijders, Huub van der Lubbe “coveren” zijn chansons nog graag.
Maar het mooiste is natuurlijk om Brel zelf bezig te zien, zwaaiend met zijn lange armen, gebarend met de grote handen, zijn benige hoofd, zijn paardengebit. Zijn lichaam ging op in het lied. Een expressief wezen van top tot teen. Geen enkele emotie bleef gespaard: Hard, zacht, schreeuwend, lallend, gemeen, lief, mooi, lelijk, enz, enz.
Aanschouw het wonder dat Jacques Brel heet:


Een groep soldaten voor een hoerenkast op wielen (als ontgroening?)
Natuurlijk gaat de diepere achtergrond van dit lied over het kanonnenvoer dat in de rij staat voor de oorlogen die door de mensheid gevoerd worden.

(De 3 filmpjes hierboven: Dit optreden van Brel in 1964 in Bergen werd destijds door de VPRO georganiseerd in een eetcafé. De band van Brel stond op een super klein podium en was verscholen in het donker. )


(“The church ladies” is wel een erg vrije vertaling voor “les bigotes”. Une bigote = een kwezel)

Les désespérés
Ils se tiennent par la main
Et marchent en silence
Dans ces villes éteintes
Que le crachin balance
ne sonnent que leurs pas
Pas à pas fredonné
Ils marchent en silence
Les désespérés

Ils ont brûlés leurs ailes
Ils ont perdu leurs branches
Tellement naufragés
Que la mort paraît blanche
Ils reviennent d’amour
Ils se sont réveillés
Ils marchent en silence
Les désespérés

Et je sais leur chemin
Pour l’avoir cheminé
Déjà plus de cent fois
Cent fois plus qu’à moitié
Moins vieux ou plus meurtris
Ils vont le terminer
ils marchent en silence
Les désespérés

Et en dessous le pont
L’eau est douce et profonde
Voici la bonne hôtesse
Voici la fin du monde
Ils pleurent leurs prénoms
Comme de jeunes mariés
Ils fondent en silence
Les désespérés

Que se lève celui
Qui leur lance la pierre
Ils ne sait de l’amour
Que le verbe s’aimer
Sur le pont il n’est plus rien
Qu’une brume légère
Ça s’oublie en silence
Ceux qui ont espéré

2 reacties

Opgeslagen onder Muziek

Yves Duteil

Als er iemand een ambassadeur van de Franse taal zou moeten zijn, dan is het Yves Duteil. Zelden is de Franse taal poëtischer als in de chansons van deze 21e eeuwse troubadour. Aan dergeljke poëzie heeft de Franse taal zijn reputatie te danken. Heel anders als de snauwende taal van de  bitches die je ’s zomers tegenkomt in de hoedanigheid van campingbeheersters, die je in korte, onverstaanbare, ratelende zinnen toebijten dat je je paspoort pas terugkrijgt op de dag dat je weer vertrekt en betaald hebt.


Ton absence

Comme une bouffée de chagrin              Als een golf van verdriet
Ton visage ne dit plus rien                        Je gezicht zegt niets meer
Je t’appelle et tu ne viens pas                  Ik roep je maar je komt niet
Ton absence est entrée chez moi           Je afwezigheid is tot mij doorgedrongen

C’est un grand vide au fond de moi        Een grote leegte diep in mij
Tout ce bonheur qui n’est plus là            Al het geluk dat er niet meer is
Si tu savais quand il est tard                     Als je eens wist, wanneer het laat is,
Comme je m’ennuie de ton regard          hoe ik je mis.

C’est le revers de ton amour                       Dat is de keerzijde van de liefde
La vie qui pèse un peu plus lourd             Het leven dat nu zwaarder is
Comme une marée de silence                     Als een zee van stilte
Qui prend ta place et qui s’avance            Die jouw plaats heeft ingenomen

C’est ma main sur le téléphone                   Het is mijn hand op de telefoon
Maintenant qu’il n’y a plus personne       Nu dat er niemand meer is
Ta photo sur la cheminée                             Jouw foto op de schoorsteen 
Qui dit que tout est terminé                        die zegt alles is afgelopen

Tu nous disais qu’on serait grands            Je zei ons dat we groot zouden groeien
Mais je découvre maintenant                     Maar nu ontdek ik
Que chacun porte sur son dos                    Dat ieder op zijn levensweg 
Tout son chemin comme un fardeau       De lasten alleen draagt.

Les souvenirs de mon enfance                    De herinneringen van de jeugd
Les épreuves et les espérances                   De beproeving en de hoop
Et cette fleur qui s’épanouit sur le silence…  En die bloem die opengaat in stilte
Ton absence                                                         Jouw afwezigheid

Je dors blotti dans ton sourire                    Ik kruip weg in de slaap en in jouw lach
Entre le passé, l’avenir                                    Tussen verleden en de toekomst
Et le présent qui me retient                          En het heden dat me nu nog vasthoudt
De te rejoindre un beau matin                     Maar op een mooie dag voeg ik me toch bij jou

Dans ce voyage sans retour                          Op die reis zonder terugkeer
Je t’ai offert tout mon amour                       Heb ik jou mijn liefde gegeven
Même en s’usant l’âme et le corps              Als ziel en lichaam zijn versleten
On peut aimer bien plus encore                  Stopt nog de liefde niet

Bien sûr, là-haut de quelque part               Natuurlijk, ergens daarboven
Tu dois m’entendre ou bien me voir         Zul jij me wel zien en zelfs ook horen
Mais se parler c’était plus tendre               Maar echt met elkaar praten was toch
On pouvait encore se comprendre           beter en begrijpelijker

Mon enfance a pâli, déjà                                Mijn jeugd is al voorbijgegaan
Ce sont des gestes d’autrefois                      Het zijn de gebaren van vroeger
Sur des films et sur des photos                   In films en op foto’s
Tu es partie tellement trop tôt                   Je bent veel te vroeg vertrokken  

Je suis resté sur le chemin                           Ik ben op de weg gebleven
Avec ma vie entre les mains                        Met mijn leven in mijn handen 
À ne plus savoir comment faire                 Ik weet niet wat ik moet
Pour avancer vers la lumière                      Om dichter bij het licht te komen

Il ne me reste au long des jours                 Er rest mij slechts
En souvenir de ton amour                            de dagen die nog volgen
Que cette fleur qui s’épanouit sur le silence…    en de bloem die opengaat in stilte
Ton absence.                                                       Jouw afwezigheid

De tekst en bijna letterlijke vertaling:

L’amour est une maison
Liefde is een huis
Où le lierre s’étend du toit rose aux murs blonds
waar klimop slingert over het dak en de muren

L’amour est une maison
Liefde is een huis
Où l’été, le printemps sont les seules saisons
Waar zomer en lente de enige seizoenen zijn
L’amour est une maison
Liefde is een huis
Dont les portes qui grincent écrivent des chansons
Waar knarsende deuren liederen schrijven
Où l’amour est une maison
waar liefde een huis is
Qui fait fondre la neige et lever les moissons
Die sneeuw smelt en de oogst binnenhaalt

Les fenêtres sont des sourires
Elk raam is een glimlach
Et chacune des pierres est un mot d’amour
En elke steen is een woord van liefde
Le grenier c’est les souvenirs
Op zolder huist de herinnering
Des premières caresses aux prochains beaux jours
aan de eerste strelingen in de komende mooie dagen
Mon amour…

L’amour est une maison
Bien à l’abri du vent dans le creux d’un vallon
Goed beschut tegen de wind in de holte van een dal
L’amour est une maison
Où l’on dort trop souvent sans y faire attention
waar je te vaak slaapt zonder op te letten
L’amour est une maison
Où parfois l’on s’éveille sans s’y être endormi

Les fenêtres sont des sourires
Et chacune des pierres est un mot d’amour
Le grenier c’est les souvenirs
Des premières caresses aux prochains beaux jours
Pour mon amour…

L’amour est une maison
Qui vieillit quelquefois quand le temps est trop long
Mais l’amour est une maison
Qui ne ferme jamais ses volets pour de bon

L’amour c’est notre maison
Et le lierre s’étend du toit rouge aux murs blonds
L’amour c’est notre maison
Et l’été le printemps sont nos seules saisons
L’amour c’est notre maison
Et les portes qui grincent ont écrit ma chanson
L’amour c’est une maison
Qui ne ferme jamais ses volets pour de bon

L’amour est une maison
L’amour est une maison…

+++++++++++++++++++++++++++++++++++++

  


L’adolescente
 De vragen van elke puber wie zijn/haar geliefde zal zijn.
En wat liefde eigenlijk is.

 

Een reactie plaatsen

Opgeslagen onder Muziek, Taal